$ USD
  • € EUR
  • $ USD
  • $ COP
  • R$ BRL
  • $ CAD
  • CHF CHF
  • lees RON
  • £ GBP
  • $CLP
  • zł PLN
  • $ €
  • kr NOK
  • د.إ AED
  • $ ARS
  • Kč CZK
  • kr SEK
  • ₺ PROBEER

Gebruiksaanwijzing ultrafiltratiemachine ARDLF8-40

Gebruiksaanwijzing – Keramisch membraanfilter (ARDLF8-40)

INHOUD

  1. Veiligheidsmaatregelen
  2. Componenten
  3. PID en 2D-tekening
  4. Systeemwerking
  5. Gebruik en onderhoud
  6. Problemen oplossen
  7. Bijlage

Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u met de werkzaamheden begint.

I: Componenten

1. Componentenlijst

Artikelnr.NaamSpecificatieMateriaalHoeveelheid
Ik. Filteren    
1RVS behuizingDQSH-301200-3SS304/3162 stuks
2MembraanelementCM3019041200/20nmkeramiek6 stuks
Tweede. Pomp (explosieveilige motor)    
1CADLF8-401,5 kWSS304/3161 stuk
Derde. Tank    
1Reinigingstank100LSS304/3161 stuk
vierde. Hulpmiddelen    
1StroommeterConcentraat: 1,6-16m³/u / FI01SS304/3161 stuk
2StroommeterPermeaat: 40-400L/u / FI02Glas1 stuk
3Manometer0-1 MPa / PG01, PG02SS304/3162 stuks
4Temperatuurmeter0-150℃ / TG01SS304/3161 stuk
V. Kleppensysteem    
1FilterklepV01-02SS304/3161 partij
2ReinigingsklepCV01-03SS304/3161 partij
3PermeaatklepPV01-04SS304/3161 partij
4AfvoerklepDV01-04SS304/3161 partij
5DrukregelventielFV01SS304/3161 stuk
6OntluchtingsventielVV01SS304/3161 stuk
7Bemonsteringsventielconcentraat+doordringbaarSS304/3162 stuks
VI. Controlesysteem    
1BedieningspaneelExplosieveilig 1 stuk
2Accessoires  1 set
Hoofdstuk VII. Pijpleidingsysteem    
1BeveiligingsfilterStijl YSS304/3161 stuk
2Warmtewisselaar0,5m²SS304/3161 stuk

2. Keramische membraanmodule

2.1 3 elementen/RVS behuizing; 2 behuizingen in serie 2.2 Keramisch membraanelement:

Artikelnr.SpecificatiePoriegrootte
DARQCM30-19-4*1200mmOD: 30mm ID: 4mm Kanaal: 19 Lengte: 1200mm20nm

2.3 Montage van het membraanelement: (zie bijlage 5: membraanmontage-instructie)

3. Bedieningspaneel

  • 3 fasen, 220V, 60HZ, explosieveilig (zie bijlage 1: aansluitschema voor CMF3-2/M)

II: PID en 2D-tekening

(zie bijlage 2: PID-diagram/proces bijlage 2: 2D-tekening)

III: Systeemwerking

1. Bedrijfsomstandigheden

ItemBeschrijvingParameterItemBeschrijvingParameter
Membraanoppervlak0,286m2 * 6 Minimaal volume verkeer40 liter 
Werktemperatuur5-80℃ pH0-14 
Werkdruk0—4bar Werkomgevinginterieurs 

2. Systeembesturing

  • Drukregeling: FV01
  • Systeembedieningspaneel: start/stopknop OPMERKING: Het is verboden om FV01 tot 100% te sluiten.

3. Controle vóór de start

3.1 Controleer het vloeistofniveau in de circulatie-/reinigingstank (minimaal: 40 l) 3.2 Controleer de stroomvoorziening en de toevoer van zuiver water 3.3 Controleer of de drukregelklep (FV101) volledig open is 3.4 Controleer of alle andere kleppen gesloten zijn 3.5 Laat bij het eerste gebruik de lucht uit de pomp ontsnappen: Wanneer de pomp is gevuld met vloeistof, start u de pomp, draait u de ontluchtingsbout van de pomp (in het midden van de pompbehuizing) los om de lucht te laten ontsnappen en draait u vervolgens de ontluchtingsbout weer vast. Maar omdat de concentratie ethanol te hoog is, hoeft er geen lucht afgevoerd te worden.

4. Operationeel proces

4.1 Systeem spoelen 4.2 Filtratieproces 4.3 Reinigingsproces 4.4 Afvoerproces

OPMERKING:

  • Drooglopen van de pomp is verboden
  • Verboden om FV01 tot 100% te sluiten
  • Voor de ethanolfiltratie kan VV01 gesloten worden gehouden

Voordat u begint:

  • sluit uw eigen tank aan op het systeem (met V01,V02) als circulatietank
  • Sluit PV03 aan op uw permeaattank
  • Sluit de afvoerklep aan op uw afvoerleiding

4.1 Systeem doorspoelen (hetzelfde als 4.3 reinigingsproces)

Bij het eerste gebruik of bij langdurige opslag (meer dan 72 uur) dient het systeem vóór het filteren met zuiver water te worden gespoeld. Open het Y-vormige veiligheidsfilter en verwijder de vaste deeltjes.

  • De permeaatstroomsnelheid onder druk (aanbevolen uitlaatdruk/postmembraandruk: 1 bar) moet worden vastgelegd als een normaal criterium voor de zuiverwaterstroomsnelheid.

4.2 Filtratieproces

1): Open: FV01(100% open), V02, PV02, PV03, tenslotte open V01; alle andere kleppen blijven gesloten.

2): Start P01, wanneer het systeem stabiel werkt (5-20 minuten), stel FV01 in op een geschikte werkdruk (1-4 bar vóór het membraan) en verkrijg een hogere en stabiele permeaatstroomsnelheid (registreer deze stroomsnelheid en druk als normale criteria voor de stroomsnelheid van de bronvloeistof). dan begint het filtratieproces.

3): Wanneer de filtratie stopt, sluit u alle kleppen (behalve FV01).

OPMERKING:

  • Tijdens de filtratie moeten er verse vloeistoffen in de circulatietank worden gevoerd om het vloeistofconcentratievolume te behouden.
  • Als er geen nieuwe vloeistof meer wordt toegevoegd, zal de permeaatstroom steeds lager worden naarmate de concentratie in de circulatietank toeneemt. Wanneer de permeaatstroomsnelheid veel lager wordt dan het normale criterium (vastgelegd in 4.2), open dan langzaam de drukregelklep (FV01) totdat deze volledig open is en stop vervolgens de pomp.

4.3 Reinigingsproces

(zie bijlage 4: reinigingsinstructie)

Let op: Het systeem moet worden gereinigd wanneer een filtratiebatch is voltooid.

1): Open: FV01(100% open), CV02, PV02, PV04, tenslotte open CV01; alle andere kleppen blijven gesloten.

2): Start P01, wanneer het systeem stabiel werkt (5-20 minuten), stel FV01 in op een geschikte werkdruk (1-4 bar vóór het membraan) en verkrijg een hogere en stabiele permeaatstroom, dan begint het reinigingsproces.

3): Wanneer het reinigen stopt, sluit u alle kleppen (behalve FV01).

4.4 Drainageproces

Filtratieafvoer: 1): Open: FV01 (100% open), V02, PV02, PV03, VV01 (indien nodig), DV01, DV02, DV03, DV04, alle andere kleppen gesloten houden.

2): Wanneer de afvoer is voltooid, sluit u alle kleppen (behalve FV01).

  • Vergeet niet VV01 te sluiten als deze tijdens het afwateren open staat.

Reinigen afvoer: 1): Open: FV01 (100% open), CV02, PV02, PV04, VV01 (indien nodig), DV01, DV02, DV03, DV04, alle andere kleppen gesloten houden.

2): Wanneer de afvoer is voltooid, sluit u alle kleppen (behalve FV01).

  • Vergeet niet VV01 te sluiten als deze tijdens het afwateren open staat.

5. Selectie van reinigingsmiddel

Indien het membraanelement ernstig verontreinigd is, kunnen, afhankelijk van de aard van het toevoermateriaal, de volgende reinigingsmiddelen worden gekozen:

  • Zuurreiniger: 1~3%HNO3, 1%H3PO4, oxaalzuur, 112°F(50°C)
  • Bijtende reiniger: 1~3%NaOH, Na3PO4, NaClO, 112°F(50°C)
  • Chelaatvormer: EDTA
  • Oppervlakteactieve stof: SDS
  • Enzymatisch middel: Amylase, Protease

Raadpleeg Bijlage 7: Reinigingsinstructies voor een gedetailleerd reinigingsproces.

Wanneer de doorstroming van het membraanelement niet aan de vraag naar productiecapaciteit kan voldoen, moet het membraanelement worden vervangen.

6. Membraanelementassemblage

(zie bijlage 5: assemblage van membraanelementen)

7. Opslag van membraanelementen

Korte termijn (tot een week): zuiver water Lange termijn: 1% w/w natriumsulfiet of 1% w/w H2O2

7.1 Kortdurende opslagstop

Kortdurende opslag is van toepassing op gevallen waarbij de stilstand 1 tot 7 dagen duurt en de membraanelementen nog in het systeem zijn geïnstalleerd.

Opslagstappen zijn: Nadat u het systeem met zuiver water tot neutraal hebt gereinigd, moet u de lucht volledig ventileren en het systeem met zuiver water vullen. Bewaar de membraanelementen in het systeem voor de volgende werkzaamheden.

7.2 Langdurige opslagstop

Langdurige opslag is van toepassing als de stilstand langer dan 7 dagen duurt.

De opslagstappen zijn:

  • Na het reinigen van het systeem, verwijder de membraanelementen uit het systeem, bewaar de elementen in 1% w/w natriumsulfiet of 1% w/w H2O2
  • Plaats de elementen elke 1-3 maanden terug in het systeem en reinig ze met zuiver water of een 1~3% NaOH-oplossing gedurende 30 minuten. Reinig ze vervolgens met zuiver water tot ze neutraal zijn.
  • Haal vervolgens de elementen er weer uit en bewaar ze in de vers bereide 1% w/w natriumsulfiet of 1% w/w H2O2

IV: Gebruik en onderhoud

Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Elke onjuiste bediening kan schade aan de membraanapparatuur veroorzaken of zelfs persoonlijk letsel veroorzaken.

  1. Het is verboden de pomp te laten werken zonder vloeistof
  2. Probeer de lucht in de pomp te laten ontsnappen
  3. Temperatuur- en drukmeters in het systeem moeten regelmatig worden gecontroleerd
  4. Tijdens het werk mag er geen lucht in het systeem komen.
  5. De parameters die bij elke bewerking worden verkregen, zoals de concentraatstroomsnelheid, de permeaatstroomsnelheid, de inlaat-/uitlaatdruk van het membraan en de temperatuur, moeten worden vastgelegd.
  6. De volgende stap in het proces kan pas worden uitgevoerd als de pomp stabiel werkt.
  7. Kleppen die tijdens het werk open staan, mogen pas weer gesloten worden als de pomp volledig stilstaat.
  8. Bij het afstellen van FV101 (drukregelventiel) mag de druk niet hoger zijn dan 6 bar
  9. Om snelle verontreiniging van het membraan te voorkomen, is het verboden om FV101 volledig af te sluiten.
  10. De maximale werkdruk mag niet hoger zijn dan 6 bar en de snelheid over het membraan moet worden geregeld tussen 3-5 m/s
  11. Als de stroomsnelheid voldoet aan de productiecapaciteit, moet de werkdruk zo laag mogelijk zijn om de verontreinigingsgraad op het membraanoppervlak te beperken.
  12. Mocht er tijdens het werk een ongeval plaatsvinden, dan mag het ongeval pas worden opgelost nadat alle vloeistoffen uit het systeem zijn afgetapt.
  13. Zodra de afvoer is voltooid, moet het systeem onmiddellijk worden gereinigd.
  14. Voor verschillende verontreinigingen moet een geschikt reinigingsmiddel worden gekozen.
  15. Als na een volledige reiniging de permeaatstroom niet goed hersteld kan worden of niet aan de productiecapaciteit kan voldoen, dienen de keramische membraanelementen vervangen te worden.
    1. Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan 5℃, kan het apparaat niet worden gebruikt en moet de vloeistof in het systeem worden afgetapt om schade aan het apparaat te voorkomen.
    2. Als de apparatuur langer dan drie maanden niet werkt, moet deze worden opgeslagen op een plek waar deze niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, stof, corrosief gas, brandbaar gas, stoom, olienevel, trillingen en zout. De apparatuur moet regelmatig worden schoongemaakt, zie “III 7.2 Opslag bij langdurige stilstand”.
  16. V: Problemen oplossen

    ClassificatieBeschrijvingOorzaakOplossing
    SysteemstoringSysteem kan niet opstartenVermogensfase is niet correctenkele fase
      Stroom is niet aangeslotenSluit de stroom aan
      De spanning is niet geschiktControleer de voeding
      Defect circuit of slecht contactControleer circuit of contacten
     DroogleggenLosse klem of flensOpnieuw instellen
      Beschadigde afdichtingenVervang afdichtingen
    PompstoringAbnormaal geluid, abnormale trillingen, de wijzer van de pompdrukmeter fluctueert; De druk stijgt nietVerlies van vermogensfaseControleer energie
      Postzegels zijn versletenVervang afdichtingen
      Lucht in pomp niet ontluchtLaat lucht in de pomp ontsnappen
      Lekkages in de leidingen, lucht aangezogenControleer de zuigleiding
      Losse basisDraai de basisbouten vast
      Pomp werkt in tegengestelde richtingVoeding aanpassen
    SysteemstoringPermeaatstroomsnelheid lager of daaltSysteemdruk is te laagRegelklep aanpassen om de systeemdruk te verhogen
      De voedertemperatuur is te laagVerhoog de temperatuur
      De voerconcentratie is erg hoogVerminder de concentratie
      Verontreinigd elementChemische reiniging
     Permeaat is troebelMembraanelement is beschadigdVervang membraanelement
      Lekkende afdichtingenHermonteren of vervangen van afdichtingen
      BubbelsGeen behandeling nodig

    VI: Bijlage

    1. aansluitschema
    2. PID/procesdiagram
    3. 2D tekening
    4. DQCM-reinigingsinstructie
    5. membraan element assemblage
    6. experimenteel registratieblad
 

Bijlage 1: Aansluitschema voor ARDLF8-40

Technische specificaties

  • Projectnaam: ARDLF8-40
  • Spanning: AC220V 60HZ+N+PE
  • Tekeningnummer: DCC

Aansluittabel voor klemmen (XT)

TerminalInterne kabelExterne kabelPaginaFunctie
XT1-Vraag 1:2NAAR/2.0:HVermogen AC220V 60HZ
XT2-V1:4B/2.1:H 
XT3-V1:6C/2.1:H 
XT4-P.MN/2.1:H 
XT5PEPE/2.1:H 
XT6-FR1:2-M1:U1/2.2:HVoedingspomp 1,5KW
XT7-FR1:4-M1:V1/2.3:H 
XT8-FR1:6-M1:W1/2.3:H 
XT9PE-M1:PE/2.3:H 

Belangrijke opmerkingen over het elektrische systeem:

  1. Het systeem omvat een hoofdvoedingscircuit
  2. Laagspanningsstroomverdeling
  3. Aansluitingen voor 1,5 kW voedingspomp
  4. Besturingssysteem met geïntegreerde beveiligingen
  5. Alle verbindingen moeten worden gemaakt volgens de aangegeven kleur- en nummercode.

De toevoerpomp beschikt over:

  • Explosieveilige motor
  • Overbelastingsbeveiliging
  • Start/stop-regelsysteem
  • Bedrijfs- en stopindicatoren

Bijlage 2: PID/Procesdiagram

Bijlage 3: 2D-tekening

 

Tabel met verbindingsspecificaties

Artikelnr.SpecificatieBeschrijving
P1NPT2,5″Het leegmaken van de reinigingstank
P2NPT2,5″Het systeem leegmaken
P3NPT1″Permeaat drainage
P4NPT1″Permeaat/om tank te permeëren
P5NPT3/4″Inlaat/uitlaat warmtewisselaar
P6NPT3/4″Luchtventilatie
P7NPT2,5″Vloeistofinlaat/uit toevoertank
P8NPT2″Retentaatretour/retour naar circulatietank

Belangrijkste afmetingen

  • Totale hoogte: 1902 mm
  • Breedte: 787 mm
  • Basislengte: 1514 mm
  • Basisgegevens:
    • 278mm+269mm+297mm=1514mm(totale lengte)
    • 210mm + 350mm (zijafmetingen)
    • Hoogte vanaf de grond: 40 mm

De tekening toont drie verschillende aanzichten van het systeem:

  1. Vooraanzicht links
  2. Vooraanzicht met afmetingen
  3. Vooraanzicht rechts
  4. Isometrisch aanzicht (3D-perspectief)
  5. Zijaanzicht

Dit technische plan is essentieel voor:

  • Installatie van de apparatuur
  • Ruimtelijke planning
  • Verbindingen identificeren
  • Systeemonderhoud
 
 

Bijlage 5: Instructies voor membraanmontage met conische afdichtingen

Benodigde materialen

  • Binnenzeskantsleutel
  • Conische afdichtingen
  • Behuizing pakking

Stap voor stap procedure

Voorbereidingsfase

  1. Voorbereiding van materialen
    • Verzamel de binnenste inbussleutel
    • Conische afdichtingen
    • Behuizing pakking
  2. Oppervlaktevoorbereiding
    • Plaats de behuizing op een vlakke houten plank of zachte doek

Elementinstallatiefase

  1. Het eerste element installeren
    • Sluit één uiteinde van het membraanelement af met de conische afdichtingen
    • Plaats het element in het gat in de behuizing
    • Zorg ervoor dat beide uiteinden van het element aan beide zijden van de behuizing even lang uitsteken
  2. Volledige installatie
    • Plaats alle membraanelementen één voor één in de behuizing

Afdichtingsfase

  1. Eerste eindafdichting
    • Bedek het uiteinde van de behuizing met de plaat
    • Vastzetten met binnenzeskantbout
  2. Tweede eindafdichting
    • Draai de behuizing om
    • Plaats de conische afdichtingen
    • Bevestig de plaat

Laatste fase

  1. Installatie van het bord
    • Plaats de behuizingpakking in de pakkinggroef
  2. Eindmontage
    • Bevestig de reductor aan beide uiteinden van de behuizing met de klem

Belangrijke opmerkingen

  • Zorg ervoor dat alle verbindingen goed vastzitten
  • Controleer of de conische afdichtingen goed vastzitten
  • Controleer of de elementen gelijkmatig zijn uitgelijnd
  • Voer een laatste visuele inspectie uit van alle verbindingen en verbindingen
Deel het bericht:

Gerelateerde artikelen

nl_NLDutch
×

Hallo!

Klik op een van onze vertegenwoordigers hieronder om te chatten op WhatsApp of e-mail ons op info@distribucionarc.com

× hulp?